You are here: Home Reis Dagverslagen 12 november (Luuk van der Velde)

12 november (Luuk van der Velde)

E-mail Afdrukken

Dagverslag 12 november
door Luuk van der Velde

6:00 uur, de wekker! Dat is lekker wakker worden, na het slangenbloed en -gal van gisteravond en daarna een lekker biertje drinken op een terrasje waar niemand kon staan, zo laag.

Maargoed, na wederom een uitgebreid ontbijt werd het tijd om naar de bus toe te slenteren. We gaan naar het mausoleum! Hier ligt de oud Noord-Vietnamese leider en volksheld Ho Chi Minh opgebaard. Volgens de Vietnamezen is hij niet dood, maar ligt hij daar te slapen en mag men hem in zijn slaap bekijken. Elk jaar gaat hij op volgens hen op vakantie naar Rusland, hier wordt zijn make up vernieuwd en wordt hij verder onderhouden. Wanneer Ho Chi Minh op vakantie is, ligt er een pop, welke sprekend lijkt op de echte Ho Chi Minh. Welke we gaan zien is niet bekend.

Bovenstaande is allemaal mooi en aardig, maar eerst moeten we nog binnen zien te komen. Na veel zigzaggen door de stad komen we aan waar we moeten zijn, een heel groot plein, met om elke vijf meter een wacht. Om niet te lang in de rij te hoeven staan (dit kan namelijk wel een halve dag duren) zijn we er al ruim voor openingstijd. Maar, helaas, dit hebben meer mensen bedacht. Er staan al heel veel mensen. Ongeveer drie bussen Chinezen, nog twee keer zo veel Vietnamezen en vanaf de zijkant komt er een hele compagnie met soldaten aanzetten. Met ongeveer tien procent dames, welke er een beetje gek uitzien in hun legeruniform met felgekleurde handtasjes. Wederom hebben wij als groep Hollanders alle aandacht: er wordt gekeken, gewezen en geschreeuwd.

Na een minuut of tien roept Xuan dat we in een rij van twee-aan-twee moeten gaan staan, naast ons doen de Chinezen hetzelfde. Daar staan we dan, in een rij. Maar dan hoor ik achter mij Ewout hard lachen en kan ik het niet laten om achter me te kijken. En ja hoor, weer een Aziaat die het over lengte heeft. Echter dit keer is het andersom, het is een Chinees van ongeveer 1.90m, die Ewout uitlacht dat hij even groot is. Maar dan wijst Ewout naar mij, het is weer zo laat, ik mag er naast gaan staan en laten zien dat ik langer ben. Dit had HuLang niet verwacht en kijkt een beetje beteuterd, maar weet zich snel te herpakken en vraagt aan zijn vrienden of ze snel een foto willen maken. Als dit gedaan is krijgt hij nog een aai over de bol en ga ik weer in de rij staan welke langzaam begint te bewegen richting het vierkante gebouw dat Mausoleum heet.

Voordat we naar binnen mogen moeten we eerst onze camera's, telefoons en alles inleveren bij Xuan, want dit mag allemaal niet mee naar binnen. Hier wordt bij de X-ray en de metaaldetector streng op gecontroleerd. Nu nog een stuk lopen langs de rand van een groot plein, met steeds meer wachten per meter. Lachen is verboden op dit plein geloof ik. Ah, daar komt de rode loper, dan een keertje links af slaan, een trap, weer links, trap, rechts, trap, rechts. Nu loop ik de grootste en vierkantste koelkast in die ik ooit heb gezien, ook de best bewaakte, elke twee meter een Vietnamees in een rood uniform. In het midden is een groot vierkant gat gemaakt, waar in elke hoek een wachter kaarsrecht staat te wachten. In het midden, op een rechthoekig podium ligt dan Ho Chi Minh, de eerste dode die ik in mijn leven zie. Hij slaapt, inderdaad. In een hemelbed van glas.

Hop, snel naar buiten, weer lekker de warmte in. Snel het park in om te kijken hoe de dode leefde. Eerst een groot paleis, toen een kleiner herenhuis, uiteindelijk in een tuinhuis op poten. Omdat meneer Ho Chi Minh niet decadenter wilde leven dan zijn volk koos hij voor een steeds primitiever huis. Maar dat is ook decadent vind ik, als je huis niet bevalt laat je een nieuwe bouwen.. Niet te lang over nadenken.

Op de terugweg naar de bus komen we langs de ``one pillar pagoda,'' wat de naam al zegt, een pagode op één pilaar, waardoor het lijkt dat hij zweeft in het bos, boven de vijver. Na de verkoopsters die we gisteren ook zagen gedag gezwaaid te hebben, zwaaien we met de bus rechtsaf, op weg naar het volgende doel: een van de ruim vijftig minderheidsgroepen in Vietnam. Deze wonen op ongeveer tachtig kilometer van Hanoi af, dus dat wordt weer tweeëneenhalf uur in de bus zitten.

Halverwege stoppen we nog even bij een soort restaurantje, waar we naar hartenlust chips en cola in kunnen slaan. En waar het stikt van de muggen en ander zespotig gespuis. Met een volle maag kunnen we er weer vol tegen aan in de bus, inmiddels heb ik het mooiste plekje van de bus te pakken. Namelijk helemaal achterin lekker hoog bovenop de achterwielen. Wanneer de lelijke roze/blauwe stoffen koof losgemaakt was, had ik daar het beste uitzicht en nog beenruimte ook!

Na eerst naar het verkeerde restaurant gereden te zijn, gingen we naar een andere om te lunchen. Het was kwart over elf en nu al veel een veel te warm, het zweet stond bij iedereen op het gezicht en de meeste shirts waren al nat van het zweet. Gelukkig kregen we lekker pittig eten en namen de meesten er een lekker verfrissend Tigertje bij. Op naar de boot, welke ons over het meer naar het schiereiland zou brengen waar de minderheden woonden. Deze hebben speciaal voor ons (toeristen) een betonnen trap aangelegd, zodat we eens goed in hun dorpje en tuintjes rond konden banjeren.

Dit was allemaal erg interessant, maar toch knaagde er ergens dat we wel bij mensen in de tuin rond aan het stappen waren. Ik bedoel, wanneer ik uit mijn raam zou kijken en er is net een bus toeristen in de straat gestopt, waar vijftig mensen uitstappen welke daarna bij mij in de tuin rond gaan lopen. En vervolgens ook kijken of de achterdeur open is, zou ik enigszins verbaasd en misschien wel een tikje boos reageren. Goed, na uitgeneusd te zijn, werd het tijd voor het studiegedeelte van de dag. We gaan naar de Hoa Minh dam!

In de boot van de minderheden naar de bus terug viel het ineens op dat er nog meer andere mensen op het meer waren. Dit waren een aantal van de bewoners van de dorpjes die aan het meer lagen. Zij zaten in een roeiboot en peddelden lekker rond. Alleen waren ze niet aan het roeien met hun armen, maar met hun voeten! Met een iets-wat-gekke manier van waterligfietsen kom je denk ik nog het meeste in de buurt. Echter zijn de trappers vervangen door peddels en zitten ze in hun blote bast.

Goed, na een aantal minuten bussen zijn we bij de dam. Op de een of andere manier deed deze mij aan de beginscene van the Golden Eye, waar James Bond van een dam af bungeejumpt. Na wat wachten en wat gekibbel van Xuan komt er dan een Vietnamees dametje in een geel jurkje met zwarte stippen naar ons toe gelopen en gebaarde ons dat we mee moesten lopen, het hek door. Een hele lange steile weg liep de berg in, deze zou ons naar de turbines brengen. Het lawaai gonsde overal. Eenmaal beneden konden we onze vragen stellen aan het vrouwtje, welke geen Engels kon en verder alleen maar feiten kon opsommen. Eigenlijk waren de technische tekeningen aan de wand veel interessanter en ook verrassend simpel!

Op naar de controlekamer! Nou, niet dus. Dit was het einde van de tour. Gelukkig, na een hoop gezeur en de belofte dat we het niet door zouden vertellen mochten we toch de controle kamer binnen. Hier zaten drie mannetjes alle drie achter een of twee knoppen, waar ze aan moesten draaien wanneer er een alarm af ging. Zij keken dan naar de zes getallen en beslissen dan of de klep meer open of meer dicht moeten. Ik denk dat alle studiereizigers bij zichzelf hebben gedacht: ``dit kan makkelijker,'' toen ik een blik achter het controlepaneel wierp werd ik direct teruggeroepen, dat was geheim.

Na deze indrukwekkende ervaring zijn we nog even bovenlangs gereden en daarna weer terug naar Hanoi, hier hebben we uiterst lekker vis gegeten aan een meer. Hierna gingen er nog een aantal stappen in de stad, maar ik dook moe maar voldaan m'n bed in. Morgen potten bakken en een Bia Hoi!

Laatste aanpassing ( vrijdag 29 januari 2010 12:38 )